Weer of geen weer
1 mei 2018 - Villebois-Lavalette, Frankrijk
Beste vrienden,
Bijna was dit verhaal erbij ingeschoten. Na een heldhaftige fietsdag waarbij hellingen als rotswanden en afdalingen als ravijnen getrotseerd werden, lonkte het bedje. Ik heb er zojuist een paar uur liggen ronken en werd wakker met het idee dat ik nog een klein schrijverijtje te doen had.
Net voordat ik hier in Villebois-Lavalette een charmant pension binnenviel, was ik nog het slachtoffer van zo’n hagelbui die, als je pech hebt, deuken in je hoofd timmert. Gelukkig had ik mijn kekke fietshelmpje op met daaronder een baseballpetje, maar anders...
Ik ben te gast bij een bejaarde kunstschilderes. Ze heeft de kamer waarin ik overnacht, ingericht met vrolijke kleuren en zelfgeschilderde interpretaties van hollandse meesters. Ik werd er wel vrolijk van. Een opwekkend raadsel. Het is het wél, maar ook weer niet. Op de deur staat dat dit de Vermeer-kamer is. Zelf vond ik het bedje met de opgeslagen lakens heel erg van Gogh. (ik doe er even een foto bij.)
Vandaag kwam ik voor het eerst een collega-fietspelgrim tegen. Dat wil zeggen: hij kwam me met grote snelheid achterop fietsen en moest in de remmen om me even te groeten. Vervolgens ben ik een uurtje met hem opgefietst. Gelukkig kwamen we, net voordat ik mijn longen zou opblazen een bar tegen waar we koffie gedronken hebben. Vervolgens ging Nico de fietsbelg, want dat was ie, een Belg, er weer in zijn eigen tempo vandoor. Ik verbeeld me dat ik rook onder zijn fietswielen vandaan zag komen. Of de duivel hem op de hielen zat. Naar verwachting is hij overmorgen wel in Santiago!
Beteuterd keek ik hem na. Zo wil ik ook wel kunnen fietsen. Maar na enig overwegen kwam ik tot de conclusie dat hij beslist minder zal lijden dan ik en daardoor ook minder pelgrim zal zijn. De pelgrim moest lijden nietwaar? Deze gedachte bood me veel troost.
Nico moet uit louter botten en spieren bestaan hebben, met longen als blaasbalgen, in ieder geval, in dat uurtje dat ik met hem opfietste had ik mezelf compleet gesloopt en dat terwijl me op dat moment nog zo’n duizend hoogtemeters, verdeeld over kleine klimmetjes wachtten. Het werden waarachtig zware kilometers. Klam werd ik. En akelig bezweet. Maar net op tijd brak de zon even door. Geschenk van de goden natuurlijk. Lang genoeg om mijn kleren even te laten drogen en om wat te eten en te drinken. Laat de dag van morgen maar komen. Ik ben er weer klaar voor.
Sjaak (in een overmoedige bui)
PS Jullie zien wel aan de datum dat ik dit verhaaltje pas de volgende ochtend gepubliceerd heb. Het was in concept klaar, maar ik was in slaap gevallen vóór het op de blog stond.)
Een franco-néerlandais uit de Lot.
Veel lijden dan maar en nog een buen camino ......😃
Wederom een leuke verhaal.
Ondanks de ontberingen geniet je en weet je de omgeving feilloos in je op te nemen en te beschrijven, klasse.
Kijk uit naar je volgend verhaal.
Fiets ze,
peter
Hoe dan ook: respect ende chapeau!
Maar goed je , geniet volgens mij meer als je , je eigen ritme en cadans volgt
Toch